Het kabinet wil een eenvoudig belastingstelsel. Klinkt goed. Maar deze eenvoud is vermomde luiheid. Staatssecretaris van Financiën Weekers levert half werk.

Staatssecretaris Frans Weekers (VVD) heeft zich een grote opdracht gesteld. Hij wil het Nederlandse belastingstelsel simpeler maken. Het moet “eenvoudig, solide en fraudebestendig”, schreef de VVD-politicus in het Belastingplan 2012. Die boodschap herhaalt hij sindsdien waar hij maar kan.

Eenvoudige belastingen en minder fraude. Wie kan daar nou tegen zijn? Nou, ik. Niet vanwege de fraudebestrijding, maar wel vanwege het streven naar eenvoud.

Het klinkt mooi, een eenvoudig belastingstelsel, maar in werkelijkheid zijn eenvoudige belastingen vaak dom, inefficiënt en onrechtvaardig.

Complex bouwwerk

Onze moderne economie is een uiterst complex bouwwerk. Het idee dat de overheid daar een simplistisch belastingstelsel tegenover kan zetten, is absurd. Weekers is als een dokter die het de patiënt makkelijk denkt te maken door voor iedere kwaal een aspirientje voor te schrijven.

'Maar ik ben helemaal geen dokter', is het antwoord van Weekers. 'Ik ben slechts een simpele belastinginner.' Want dat is de armoedige taakomschrijving die de staatssecretaris zichzelf geeft. In het werkgeversblad Forum zei hij dat onlangs zo: “Belastingheffing is er om de schatkist te vullen. Ik ben wars van instrumentalisme. Ik geloof niet in een maakbare samenleving. Belastingen zijn een noodzakelijk kwaad.”

Als hij er zo tegenaan kijkt, is de conclusie logisch: hoe simpeler, hoe beter. Maar wie heeft Weekers wijsgemaakt dat vullen van de schatkist zijn enige taak is? Al meer dan een eeuw weten economen dat de Belastingsdienst ook een andere belangrijke taak heeft: het corrigeren van de markt.

Optimale uitkomst

Het was de Britse econoom Alfred Marshall die aan het begin van de twintigste eeuw stelde dat het prijsmechanisme soms niet in staat is om de optimale marktuitkomst te bereiken. Als consumenten of producenten alle maatschappelijke kosten en baten niet persoonlijk voelen, kopen of produceren ze soms te veel of te weinig.

Milieuvervuiling, congestie op de weg, overbevissing verminderen de welvaart van iedereen, spelen bij de afweging van bedrijven en burgers nauwelijks een rol. Als je het helemaal aan de markt overlaat, krijgen we daar dus te veel van.

Zaken als Onderzoek en Ontwikkeling, onderwijs en infrastructuur vergroten de welvaart van iedereen. De markt zou daar zonder inmenging van de overheid waarschijnlijk te weinig van voortbrengen.

Subtiel spel

Arthur Pigou, een andere Britse econoom, werkte de ideeën van Marshall uit. Hij liet zien dat de overheid door middel van een subtiel spel van belasten en subsidiëren de markt kan corrigeren en zo de algemene welvaart kan vergroten. Vervuilende productie wordt belast, net als autorijden in de spits. R&D-activiteiten krijgen belastingaftrek.

De inkomsten van dit beleid kan de overheid gebruiken voor algemene lastenverlichting, dus de marktcorrectie hoeft niet te leiden tot een hogere belastingdruk

Natuurlijk lukt het niet om ieder marktfalen op deze manier weg te poetsen. Soms zal de overheid het botte instrument van verboden en regelgeving moeten gebruiken. En soms valt de markt niet op een praktische wijze te corrigeren.

Superieur instrument

Maar dankzij de voortschrijdende kennis en technologie, is het steeds vaker mogelijk om het superieure belastinginstrument in te zetten. De digitalisering van geldstromen, gedetailleerde en toegankelijke informatie over gedrag van bedrijven en burgers, maken nu mogelijk waar economen in de vorige eeuw slechts van konden dromen.

Maar Weekers maalt niet om de potentiële welvaartswinsten voor alle Nederlanders. Voor hem is belastingheffing altijd een een noodzakelijk kwaad. Het gevolg is dat in plaats van belastingheffing te verschuiven naar zaken waar we te veel van hebben (vervuiling, files), de schatkist afhankelijk blijft van heffingen op zaken die toch al schaars zijn (arbeid, ondernemerschap).

Werkweigering

Het streven naar eenvoud van dit kabinet is weinig anders dan werkweigering. Het is veel werk om een op maat gesneden belastingstelsel op te tuigen, er is diepe kennis over de Nederlandse economie voor nodig en je moet bereid zijn te experimenteren en fouten te maken.

Bovendien zal de kiezer de belastingheffing direct voelen, maar de per saldo grotere welvaartswinst pas op termijn opmerken. Invoeren van corrigerende belastingen vergt daarom zowel ijver als politieke moed. Blijkbaar ontbreken beide bij de staatssecretaris.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl